Terug

HET NIEUWE BOEK VAN FASSEUR: VOER VOOR REPUBLIKEINEN

Fatsoenlijke republikeinen hebben natuurlijk het boek Juliana & Bernhard rechts laten liggen. Het bevat echter zoveel munitie dat dit geen verstandige beslissing is. 
Wat mijzelf betreft is het de vraag of ik fatsoenlijk ben en aan mijn republikeinse gezindheid valt te twijfelen. Mijn lidmaatschap van het Nieuw Republikeins Genootschap vloeit voornamelijk voort uit Haagse afkeer van de Oranjedynastie. Loop eens langs  de standbeelden van staatslieden als Oldenbarnevelt en Jan de Witt, denk na over wat er met ze gebeurd is en trek je conclusies.

Ook ben ik verslaafd aan geschiedenis.  Fasseur is één van de weinige historici die een leesbaar boek kunnen maken. Ik wist dus niet hoe gauw ik boekhandel Paagman moest bereiken om de nieuwe Fasseur te kopen. In  eerste instantie viel de lectuur een beetje tegen, veel nieuws haalde ik er niet uit en de beschreven mensen vond ik toch al vervelend, maar toen kwam Greet Hofmans ten tonele en werd het spannend. Fascinerend is het hoe ‘mensen uit het volk’ met een hang naar het occulte, hogere en spirituele, zich posities in paleizen weten te verwerven. Denk aan Raspoetin, met wie Hofmans vaak vergeleken is.

Interessant is hoezeer zaken altijd totaal anders geweest blijken te zijn dan de mensen denken en hoezeer partijvorming plaatsvindt op grond van volstrekt onjuiste informatie. Dat gold voor Raspoetin, voor de affaire van het collier van Marie Antoinette (thans volledig vergeten, maar een directe aanleiding voor de Franse Revolutie) en het gold ook voor het gebeuren van Greet Hofmans die ten onrechte als een zwart schaap werd afgevoerd, gelukkig niet naar de slachtbank, maar werd misbruikt om de aandacht af te leiden van schuinsmarcheerderijen van de prins. Veel hiervan, maar niet alles wordt duidelijk uit het boek van Fasseur, die overigens voldoende materiaal aandraagt voor een complete rehabilitatie van Hofmans. Des te meer belaagt hij haar aanhang, vermoedelijk ten onrechte.
Fasseur heeft gebruik kunnen maken van archiefstukken die particulier bezit zijn van koningin Beatrix. Dat  heeft jaloezie en zelfs woede opgewekt van anderen die ook over de Oranjes schrijven. Slaat nergens op. Wél houdt het in dat Fasseur een zekere voorzichtigheid betracht met degene die hem de toestemming heeft verleend, namelijk koningin Beatrix die in het conflict tussen haar ouders partij had gekozen voor Prins Bernhard. Dat is in het boek te merken.

Enige kanttekeningen zijn natuurlijk op zijn plaats om te wijzen op de subjectieve aspecten van het boek. Interessant zijn vooral de weglatingen en onjuiste karakteriseringen. Zo vernemen we niets over de pogingen van prins Bernhard en prinses Beatrix de koningin te laten opsluiten in de Ursulakliniek.  De hele rel was er in grote lijnen niet een waarin Hofmans een erg belangrijke partij blies. Fasseur stelt heel duidelijk vast dat de vaag pacifistische ideeën van Hofmans en Juliana geen enkel ‘gevaar’ inhielden voor het Nederlands buitenlandse beleid. Het ging om Bernhard versus Juliana. Het betrof vooral de buitenechtelijke levenswandel van Prins Bernhard die met de broek in de hand niet zozeer door het hele land kwam, als wel door de hele wereld.

Dan  was er de uit de hand gelopen ruzie tussen Van Molecaten, secretaris van de koningin, en mejuffrouw Gilles, secretaresse van Prins Bernhard. Van Molecaten, sinds vele generaties baron, vond dat de burgerjuffrouw Kokkie Gilles haar plaats niet kende. Opvallend is dat Fasseur bij herhaling giftige pijlen richt op Van Molecaten en diens echtgenote, de vroegere kinderjuffrouw van de prinsesjes, Rita Pennink.  Daarentegen verschaft hij weinig informatie over Gilles, al geeft hij over haar een citaat van J.A.van Hamel: ‘de fanatische aanhangster van hare bewonderde vriend en chef ( Prins Bernhard dus), die als een kat voor diens belangen waakt’. Fasseur zegt ook dat zij de prins dag en nacht terzijde stond,  maar dat ze niet met elkaar sliepen. Waarom is hij daar zo zeker van? Het is in elk geval in tegenspraak met een door hem niet geciteerde bewering van prinses Margarita die een bloedhekel had aan tante Kokkie en wist te melden dat deze twintig jaar lang de maîtresse van opa Bernhard was geweest. (Een beetje googelen en de naam Kokkie uiteenlopend spellen en het is lachen geblazen.)

Onrechtvaardig is Fasseur jegens Van Molecaten. Hij laat niet na hem onderuit te halen. Het was ook geen intellectueel en als zodanig geen partij voor Fasseur. Ook  liet Van Molecaten op een gegeven moment het hoofd hangen en hij was te fatsoenlijk om het allemaal nog leuk te vinden. Misschien vond Fasseur in zijn hart dat Van Molecaten te weinig partij was geweest, te zwak en daardoor een oorzaak van het overigens maar relatieve verlies van Juliana in het conflict. Die mening deelt hij niet met Bernhard die in zijn postume interview vijftig jaar nadat hij hem voor het laatst had gezien en al enkele jaren na diens overlijden, Van Molecaten nog eens meende te moeten kwalificeren als ‘die rotzak’. Het wijst er op dat hij in hem een volwaardige tegenstander van eigen soort heeft gezien.  

De oorzaak van Bernhards hekel aan de Molecatens is vermoedelijk gelegen in een hoogst persoonlijke kwestie, die ik uit betrouwbare bron te weten ben gekomen. Eens ging Bernhard in het paleis naar de kamer van Rita Pennink, de kinderjuffrouw van de prinsesjes. Hij klopte aan, de deur ging open, zijn hartslag versnelde, o wee! Hij werd niet opengedaan door Rita, maar door Walraven van Heeckeren van Molecaten. Die man was toch uitgekookter dan Fasseur ons doet geloven. Voer voor roddelbladen. Maar niet de vergissing maken door te denken dat je er boven staat! Het betreft hier een familie die in ons land onnodig veel te zeggen heeft en scheppen met geld kost. Bovendien kunnen gebeurtenissen van uiterst kleinzielige aard grote gevolgen hebben, zoals we aan de hand van het Russische en Franse hof gezien hebben. Die zijn bij ons uitgebleven.Te betreuren is het dat de Oranjes konden doormodderen. Twintig jaar later liet Joop den Uyl de kans van zijn leven glippen om ons mooie vaderland van het stelletje te bevrijden. Hij schijnt er nog trots op geweest te zijn ook.

Het wachten is op de volgende rel. Die komt geheid en het is zaak ons de ellende die we al gehad hebben goed te realiseren om dan doortastend op te treden en de paleizen in handen te geven van projectontwikkelaars die stellig eerlijker zijn dan de huidige bewoners.

Pim van der Meiden